Buikdans: een isolatiedans?
Je kunt het op vele websites van danseressen en leraressen lezen: buikdans is een isolatiedans. Het “onafhankelijk van elkaar bewegen van
diverse lichaamsdelen” is daarbij het devies. Ook lees je vaak dat je daarbij “spiergroepen gebruikt waarvan je het bestaan niet wist”,
dat je deze leert “beheersen” en dat de “isolaties steeds groter worden” naar mate je langer danst.
Laat ik dit alles nu ook ooit gedacht hebben…..
Na 22 jaar ontelbare lessen te hebben gevolgd bij vele docenten, na lang observeren van een onafzienbare rij danseressen uit het Midden-Oosten,
Turkije en het Westen en na te hebben geproefd van Oosterse benaderingswijzen van het lichaam (Tai Chi, Chi qong, Healing Tao) nam ik steeds meer
afstand van deze benaderingswijze.
Contact en doorstroming
Isoleren betekent letterlijk dat de verschillende lichaamsdelen geen contact met elkaar hebben. Laat het contact hebben tussen de bewegende delen
van het lichaam nu juist voor de buikdans essentieel zijn wil het aangenaam zijn om naar te kijken. Of anders gezegd, het ziet er gespannen uit
en het roept een vreemd gevoel op bij de toeschouwer als er door stijfheid of geforceerd isoleren geen energetische verbinding is tussen de verschillende
lichaamsdelen. Een hipdrop voelt alleen prettig en ziet er alleen aangenaam uit als je ziet en voelt dat de bewegende heup als het ware verbonden is
door een soort flow (doorstroming) met de rest van het lichaam.
Het Westerse oog heeft op enig ogenblik gezien dat de buikdans wezenlijk verschilt van de Westerse dansen maar heeft enkel de isolatie gezien en niet de flow
erbij die de beweging verbindt met de rest van het lichaam. De isolatie is geïmiteerd met alleen oog voor de buitenkant. In extremo is dit doorgevoerd
door de Amerikaanse danseressen van wie je op het eerste gezicht ziet dat de ene isolatie na de andere wordt gemaakt, vaak om de isolatie zelf en niet
om de emotie die achter de isolatie zit. De emotie moet gevoeld worden in het hele lichaam en niet enkel in de “isolatie” (bijvoorbeeld de
hipdrop of de schouderbeweging) die gemaakt wordt. En dit maakt, hoe knap ook gedaan door de toppers, dat de dans emotioneel “leeg” is. En
dan hebben we het over de toppers. Heeft de danseres niet de kunde de isolaties zonder stijfheid en aarding te maken dan krijgen we een opeenstapeling
van houterige isolaties die vaak slechts schaamte oproepen bij de toeschouwer.
In de waarste zin van het woord wordt bij isoleren het hart nog het meeste geïsoleerd bij het uitvoeren van “kunstjes” (lees: isolaties).
Dat is te zien en vooral te voelen. Het op zich geïsoleerd zijn betekent afstand nemen van je lichaam maar ook van je gevoel en uiteindelijk neem je dus
ook afstand van je publiek.
Onafhankelijk bewegen
Het onafhankelijk bewegen van de lichaamsdelen krijgt vanuit deze visie een andere lading. Zonder contact en doorstroming is het inderdaad een
onafhankelijk bewegen. Maar dit doet erg veel af aan de kwaliteit en de impact van de buikdans die mijns inziens pas mooi wordt als er een zichtbare
en voelbare doorstroming is door het hele lichaam. Kijk maar eens naar de danseressen uit de periode van de jaren ’40-’50 maar ook naar
de weinig overgebleven Egyptische sterren van nu.
Spiergroepen
Steeds meer kwam ik er achter dat om de beweging mooi te maken er weinig gebruik wordt gemaakt van de binnenste spierlagen. Dus dat het kracht
zetten “met diverse spiergroepen waarvan je het bestaan niet wist” (en dan met name bij de buitenste spiergroepen ) juist achterwege
gelaten moest worden wilde de beweging aan schoonheid winnen. Het werd steeds meer mijn observatie dat het kracht zetten met de buitenste spierlagen
de beweging juist lelijker maakte.
Ook ontdekte ik dat de psoas major en de iliacus (tezamen de iliopsoas) die de lendenwervels via het bekken inwendig met de benen verbinden,
veel bijdragen aan de “kracht van de zachtheid” van de buikdans. Bij voldoende concentratie en loslaten maak je er de meest mooie kleine bewegingen in flow mee. Die zorgen ervoor dat, omdat het concentratie op inwendige spieren en inwendig weefsel betreft, dat er zogenaamde “binnenlichamelijke” bewegingen gemaakt worden.
Loslaten in plaats van beheersen !!!!!
Beheersen is een gegeven dat volgens mij goed past bij de Westerse cultuur. Beheersen houdt in deze Westerse zienswijze in: “krampachtig onder
controle hebben”. En dit terwijl concentratie, loslaten en in het moment zijn, de factoren zijn die buikdans mooier kunnen maken. Het is ook
het verschil tussen het tonen van “kijk eens wat ik kan” (ego en spiergroepen beheersen) en tonen van “kijk eens hoe mooi”
(het ego laten gaan en het loslaten van de controle).
Heel erg vaak heb ik ervaren dat Westers publiek danseressen die dansen volgens het “kijk eens wat ik kan-principe” vaker als goede
danseres beoordelen en dat Arabisch publiek de danseressen die dansen volgens het “kijk eens hoe mooi-principe” als een goede danseres
beoordelen.
Het meedoen aan wedstrijden waar het belangrijk is wie “de beste” is (ego-kwestie), is mijns inziens een typisch Westers principe wat
ingevuld wordt met veel en vaak isoleren. Het dansen vanuit het hart is hierbij van ondergeschikt belang want daar “scoor” je niet mee.
Het loslaten kun je ook in verbinding zien met de huidige versie op “genieten”. Overal hoor en lees je dat je vooral moet genieten en
dit gebeurt zo krampachtig dat dit ook weer wordt overheerst door beheersen, terwijl het echte genieten pas komt nadat je losgelaten hebt. Zou het
een toeval zijn dat de danseressen die je zichtbaar ziet genieten van hun dans misschien geheel onbewust het loslaten hebben toegepast? En dat je
dus als toeschouwer daardoor juist van hun optreden kan genieten?
Steeds kleiner
Omdat het ons als Westers persoon vaker moeite kost om als het ware van binnen naar buiten te dansen, zijn binnenlichamelijke bewegingen vaker “
moeilijk” en wordt er sneller toevlucht genomen tot buitenlichamelijke bewegingen (je wilt die isolaties tenslotte laten zien). De bewegingen
zijn dan ook vaak te groot en verliezen he contact met de rest van het lichaam.
Binnenlichamelijk dansen is minder makkelijk aan te leren en geeft vaker kleinere bewegingen. Binnenlichamelijk en kleiner bewegen (isoleren maar
met een flow) vraagt dus meer ervaring zodat de ervaren danseressen die vaak een beter contact hebben met hun lichaam juist vaker kleinere bewegingen
gaan maken die bovendien een grote energetische power hebben. Dit vergroot de “kracht” van de danseres alleen maar. Kijk maar eens naar
het grote effect van bijvoorbeeld de nauwelijks zichtbare schouderbeweginkjes van een danseres als Mona el Said. Het is dus precies andersom als in
de aanhef van dit artikel staat waarin ik de tekst van een aantal sites aanhaal.
Deze hiervoor beschreven ervaringen hebben ervoor gezorgd dat ik buikdans geen isolatiedans meer noem.
Peter Verzijl (met dank aan Marieke van Beek en Sena voor hun opbouwende feedback).