TURKSE BUIKDANS, een poging tot beschrijving



Culturele invloeden.


Achtergronden en beschrijvingen van de Turkse buikdans zijn niet makkelijk te achterhalen. Er is weinig geschreven historisch materiaal en niet al te veel overgeleverde mondelinge informatie.
Toch zal ik proberen beide eenheden met elkaar te verbinden om te trachten een zo consistent mogelijk verhaal te schrijven teneinde de Turkse buikdans beter in beeld te krijgen.
Ik besef hierbij terdege dat het blijft bij een poging tot beschrijving omdat ik niet de pretentie heb alle informatie te bundelen tot het ultieme verhaal rond de Turkse buikdans.
Het boek "Turkish dancing" van Metin And is bij het verzamelen van informatie een belangrijke bron geweest. And geeft in het boek veel achtergrondinformatie over de Turkse dans in het algemeen, maar weinig informatie over de buikdans in het bijzonder. Vaak wordt het een en ander in een cultureel en historisch perspectief gezet wat de visie op, en de ontwikkelingen in de dans dan ook een stuk verklaarbaarder maakt.

Allereerst wordt ingegaan op de geschiedenis van de Turken. Hoe zij, afkomstig ui Centraal-Azië, trokken naar Anatolië, daar eeuwen bleven, het hele schiereiland en Constantinopel veroverden en zelfs delen van Europa, Azië en Afrika (w.o. Egypte) tot hun rijk maakten (het Ottomaanse Rijk).
De schrijver vertelt dat 5 grote culturele trends in een periode van 900 jaar de revue passeerden:

1. De historische Hittitische, Griekse, Cappadocische, Byzantijnse (en andere) beschavingen
2. De zeer belangrijke Centraal-Aziatische invloeden
3. De Islamitische cultuur
4. De wederzijdse beďnvloeding tussen het Ottomaanse Rijk en de veroverde gebieden
5. De Westerse cultuurinvloeden

Melding wordt gemaakt van het grote receptieve (opnemende) vermogen van de Turkse cultuur, de openheid die er voor zorgt dat de voortdurend veranderende invloeden van buitenaf in de eigen cultuur worden opgenomen. Natuurlijk heeft dat ook gevolgen gehad voor de dans. Een citaat uit een interview met de Turkse danseres Sema Yildiz in het Amerikaanse tijdschrift Habibi kan ook in dat licht worden bekeken. Sema vertelt erin dat eind jaren '50 en begin jaren '60 Indiase dansfilms populair waren en bij haar in ieder geval invloed hadden op hoofd- en armbewegingen. En kennelijk niet alleen bij haar want ik heb het opnemen van "Indiase" bewegingen bij meerdere Turkse danseressen gezien. Alvorens dieper in te gaan op de 5 cultuurinvloeden is het het vermelden waard dat Metin And de Turkse dans nog op andere manieren indeelt;

1. De extatische en sacred dance (derwishdans, dans met religieuze bedoelingen)
2. De spektakeldans (dans voor amusement en entertainment)
3. De dans in dienst van de danser(es) (dans voor het plezier van de danser(es) en niet ten dienste van het publiek). Voorbeelden daarvan zijn de folkloredansen.
4. Klassiek ballet

De buikdans deelt And in categorie 2, de spektakeldans, in. Zoals we later zullen zien zal deze indeling een aanvulling behoeven.

Historische feiten rond buikdans in Turkije

Als we historische feiten bezien die te maken hebben met buikdans, komen we in Turkije al snel terecht bij de Cengi (zowel vrouwelijke als mannelijke entertainers) en de Köcek (mannelijke dansers en entertainers). We krijgen dan ook een voorzichtig inzicht in de manier waarop zij zich bewogen.
De herkomst van het woord Cengi is niet geheel duidelijk. Het woord kan afgeleid zijn van het synoniem voor comédienne maar ook van cingene (zigeuner). Vermeld wordt in ieder geval wel dat het merendeel van de dansende jongens en meisjes van zigeunerafkomst waren. Zoals gezegd konden cengi's zowel meisjes als jongens zijn. Beide sexen maakten als begeleiding bij hun dans gebruik van fingersnaps en instrumenten (zowel calpara, een soort houten stokjes, alsook zills).
De dans van de Köcek (Köcek waren altijd mannen) kwam vrouwelijk over, al dan niet onderstreept door vrouwelijke kleding en haardracht. Ze dansten met lome bewegingen, afgewisseld met suggestieve gebaren, rollen over de grond, salto's en duikelingen.
James Brent schrijft in Dr.John Covet's Diary uitgebreid over hun rijke, bedekkende kleding en hun uitgebreid gebruik dan draaibewegingen en het kronkelen van het lichaam. Vaak waren het jongens van 10-17 jaar, en soms liep de leeftijd op tot een jaar of 25.
Bent maakt geen melding van hun zigeunerafkomst maar vermeldt dat ze vaak van Griekse,
Joodse of Armeense afkomst waren. J.L.S.Bartholdy schatte dat er in 1803 rond de 600 Köcek werkzaam waren in de tavernen van Constantinopel en geeft hoog op van hun virtuositeit. Hun mysterieuze cross-over van mannelijkheid en vrouwelijkheid werd zo geapprecieerd dat ze door vele dichters in hun poëzie geprezen werden. Het publiek raakte soms zo in extase door hun vaak obscene dansen dat Sultan Mahmud hun optredens in 1857 verbood.
Vele Köcek vluchtten toen naar Egypte waar de toenmalige heerser Mohammed Ali de vrouwelijke danseressen/entertainsters naar het zuiden verbannen had en er zodoende "een gat in de markt was" voor de als vrouwen verkleedde mannelijke dansers.

Vandaag de dag zijn er nog steeds groepen die de Köcek-dans in stand houden. Vaak zijn dit juist groepen mannen van middelbare leeftijd die over hun normale kleding bestaande uit een gewone mannenbroek en overhemd een bovenstuk hebben aangetrokken dat lijkt op een bh en daaronder een lange rok dragen met een gordel. Een vrouwenkostuum dus, aangetrokken over de normale kleding heen. Ook deze dansers begeleiden zichzelf met zills, maken vaak snelle bekkenbewegingen naar voren, schoudershimmies en doen grondwerk.
In de toeristencentra zien we ook nog regelmatig erfenissen van de Köcek-historie in de vorm van mannelijke buikdansers die vaak gespecialiseerd zijn in acrobatische toeren (staande het been in de nek leggen, spectaculair grondwerk etc.). Met recht spektakeldans dus ten dienste van het amusement.

Ook de vrouwelijke Cengi waren populair. Hun dans wordt beschreven als bestaande uit suggestieve draaiingen en slangachtige bewegingen, het op de knieën vallen en dan de romp naar achteren buigen zodat het hoofd op de grond komt, en schoudershimmies. Ook werd melding gemaakt van ondulerende bewegingen van de heupen en het bekken. Het valt niet moeilijk om in te zien dat daar elementen in zitten die we als kenmerkend kunnen beschouwen voor Turkse buikdans. Verschillende reizigers hebben in vroeger eeuwen melding van hun optredens gemaakt.
Uit de brieven van de Right Honourable Lady Mary Montague (1767) valt te citeren: " De melodie van de muziek is erg vrolijk en levendig en toch heeft het iets zachts. De stapjes variëren naar gelang de danseres het zelf wil, maar het is altijd getimed en oneindig veel aangenamer dan welke dans van ons dan ook, althans naar mijn mening". Net als sommige Köcek, waren er ook Cengi die beroemdheden werden.
Zoals de Köcek vrouwenrollen speelden, speelden de vrouwelijke Cengi ook mannenrollen. Vaak dansten ze in groepen onder leiding van een leidster en bleven ze dansen tot ze een jaar of 35 waren, hoewel ook melding wordt gemaakt van vrouwen tot een jaar of 60, die langzame openingsdansen voor hun rekening namen. Daarnaast deden de Cengi de "rabbit-dance", een dans met sprongetjes en wervelingen, en voerden ze pantomime uit.
Metin And schrijft: "Ze dosten zich uit in hun verfijnde kledij en droegen om de heupen een zilveren gordel die een rol speelde tijdens de dans wanneer de ornamenten trilden en glinsterden als de danseres haar lichaam bewoog".
Hoewel het de Cengi niet verboden werd te dansen in het openbaar zoals hun mannelijke collega's, werd hun dans door onbekende redenen steeds minder populair. Nadat de Cengi in de loop van de 19e eeuw verdwenen valt er tientallen jaren een gat waarin geen melding wordt gemaakt van "the state of the art" van de Turkse buikdans. Pas in de jaren '20 komen er weer danseressen die als bekend moeten worden omschreven. Fotomateriaal uit de jaren '50 en '60 met danseressen als Nilufer Aydan, Nana, Sabine Sevin en Inci Erol is redelijk goed beschikbaar. Dit is zeker het geval met danseressen vanaf de jaren '80 zoals Nesrin Topkapi, Özel Türkbas, Sibel Baris, Prenses Banu en Tülay Karaca.

Het boek "Turkish Dancing” is van 1976. Opmerkelijk is dat van de beschrijving van de buikdans in de 20e eeuw niet veel overblijft. And vermeldt dat de dans van de Cengi vooral moet worden gezien als een verdorven vorm van buikdans en verwijst naar de zigeunerwijk Sulukule in Istanbul als "hedendaags hoofdkwartier" van de dansende meisjes. Tevens zegt hij dat sommigen van hen een "schuilnaam" hebben gekregen in nachtclubs terwijl ze de "zogenaamde" Oriëntaalse dans uitvoeren. Ook schrijft hij dat anderen reizen door het Midden-Oosten, Europa en de V.S en daar dansen. Vreemd genoeg zegt And enkele alinea's verder dat buikdans een gedegenereerde vorm van Cengi-dans is....
In ieder geval spreekt er uit de beschrijvingen niet veel waardering uit voor buikdans en wordt het door hem niet gezien als kunstvorm. Maar uit de ooggetuigenverslagen van Westerse reizigers, mondelinge overleveringen en het vele beeldmateriaal aan miniaturen en schilderijen betreffende Köcek en Cengi-dans blijkt dat hun dansen niet alleen spectaculair waren maar ook als kunst werden uitgevoerd. Tevens is het een muziekgenre in de Turkse kunstmuziek. Köcekce was een avondvullend programma met verschillende onderdelen en waarschijnlijk was buikdans daar ook een onderdeel van.
Kemal Özdemir spreekt in zijn boek "Oriental Belly Dance (2000) wel over de Turkse buikdans als kunstvorm, hoewel hij het allereerst als seksuele expressie voor de vrouw en als aphrodisiac voor de mannelijke toeschouwer ziet. Özdemir geeft ook een vergelijking tussen Egyptische en Turkse buikdans. Volgens hem moet de Egyptische buikdanseres het seksuele aspect van haar dans onderdrukken, danst ze in tegenstelling tot haar Turkse collega's op grotere afstand van het publiek en beweegt ze zich langzame en behoorlijk inactief. Wellicht moet deze vergelijking gerelativeerd worden. Turkse buikdans is vaak een onderdeel van een avondvullend programma me zang en muziek. In 10 minuten moet de danseres een show neerzetten die alle elementen moet bevatten van buikdans waardoor het tempo hoger wordt. In Egypte is de danseres zelf de soliste en danst de danseres langer. Hierdoor is de opbouw langzamer omdat ze anders sneller uitgeput zou raken.



Nogmaals: culturele invloeden

Genoemde beschrijving van Özdemir geeft een aanvullend inzicht in de uiterlijke vorm van de Turkse dans, zij het gekleurd door een wat seksistisch aandoende mannelijk-primitieve kijk op de dans. De 5 grote culturele invloeden die al eerder genoemd werden, kunnen ook een aanvulling zijn.
De Centraal-Aziatische invloed wordt als de belangrijkste gezien in het boek "Turkish Dancing" en mijns inziens zitten daar een aantal uiterlijke aspecten die de moeite van het vermelden waard zijn. And ziet een Centraal-Aziatische invloed in poses met één opgetild been. En inderdaad, vaak zien we bij Turkse buikdanseressen behoorlijk veel poses en bewegingen waarbij één been wordt opgetild. Een bekend voorbeeld van een danseres die dit deed was Tülay Karaca die in de jaren '80 een populaire danseres was en deze beweging vaak opnam in een arabeske. Ook zien we het opgetilde been bij Nesrin Topkapi, de nog steeds lesgevende diva uit Istanbul.
Historisch zien we de beenbeweging terug bij de 18e eeuwse miniatuur van het meisje van Levni, een beeltenis die duidelijke de Centraal-Aziatische (Mongoolse) gelaatstrekken van de danseres laat zien en de eveneens Centraal-Aziatische bedekkende kleding met wijde mouwen. Deze kleding zien we nog steeds terug bij danseressen uit Oezbekistan en Turkmenistan. In Turkije is deze vorm van danskleding grotendeels verloren gegaan en vervangen door niets verhullende "blote" kostuums (hoewel de kostuums de laatste jaren weer wat "bedekkender" beginnen te worden).

Een andere Centraal-Aziatische invloed is het atletisch vermogen van de danseres: het snel draaien en het grondwerk. And vermeldde deze bewegingen al in zijn beschrijving van de Cengi-dans. En ook nu nog zien we het terug bij de Turkse en Centraal-Aziatische danseressen. Zo kan ik mezelf een optreden van de Oezbeekse danseres Yulduz Usmanova herinneren die zich liet begeleiden door danseressen die behalve mooie schoudershimmies een meer dan virtuoos draaivermogen lieten zien en dan met één klap vanuit de draai plat op hun rug konden vallen, een beweging die de Amerikaanse danseressen "Turkish drop" noemen. Dit soort bewegingen is ook lange tijd de specialisatie van de Amerikaanse danseressen geweest. De invloed van de Turkse danseressen is dan ook behoorlijk groot geweest in Amerika en uitte zich in snelle en atletische, extroverte dansen, vaak met grondwerk en opwaartse, buitenlichamelijke heup en bekkenbewegingen. Ik kan me het verhaal herinneren van een Nederlandse danseres die ooit in Amerika begon met buikdans bij een Turkse danseres: pas in Nederland maakte ze kennis met een neerwaartse binnenlichamelijke beweging zoals de hipdrop.

Dat de Islamitische cultuur (hoewel vaak dansvijandig) ook belangrijk is geweest is wellicht terug te voeren tot de wederzijdse beďnvloeding met de buurlanden nadat door gelijkschakeling met de godsdienst andere cultuurelementen makkelijker geďncorporeerd konden worden in de Turkse cultuur en daardoor ook in de dans. Neem bijvoorbeeld de elegante armbewegingen uit het eveneens Islamitische Perzië, hoewel deze trends veel minder duidelijk aan te tonen zijn dan de Centraal-Aziatische beďnvloeding. De uitbreiding van het Ottomaanse Rijk tussen de 15e en 19e eeuw moet hierbij in één adem worden genoemd als het gaat om wederzijdse beďnvloeding. Invloeden uit de Balkan en dan voornamelijk Griekenland zijn te vinden in onder andere zigeuner- en folkloredans die op hun beurt de buikdans van elementen hebben voorzien. De zigeunerdans (Roman) bevat veel buikdanselementen waaronder bewegingen met het bekken naar boven, zodat het verschil zigeunerdans en buikdans niet altijd duidelijk is aan te geven. In ieder geval hebben vele Turkse buikdanseressen een stukje Roman met o.a. het kenmerkende 9/8 ritme (Aksak Semai) in hun repertoire opgenomen. Vaak daarin ook het aanstompen van het lichaam, grondwerk en imitatie van bewegingen/handelingen uit het dagelijks leven (koken, wassen, was ophangen, jezelf opmaken en aankleden).

De als 5e genoemde Westerse cultuurinvloed mag zeker niet over het hoofd worden gezien en is vandaag de dag wellicht de belangrijkste. Na het ontstaan van de republiek Turkije heeft Atatürk de westerse (kunst-) invloeden (waaronder het ballet) gestimuleerd om Turkije aansluiting te laten krijgen met de Westerse wereld. In de buikdans hebben we daar in de jaren '90 in de vorm van danseres Burcin Orhon een duidelijk voorbeeld van gezien. Deze van oorsprong balletdanseres mengde ballet met buikdans tot een eigentijds "Oriental Ballet". Daarnaast is er sprake van blootstelling aan andere vormen van Westerse dans, onder meer door de moderne media maar ook door de invloed van vaak al in Rusland geschoolde danseressen die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie naar Turkije trokken om daar hun geld te verdienen. Ook de invloed van buikdans zoals we die in het Westen kennen is duidelijker voelbaar geworden. Dit alles heeft een wat gedisciplineerdere, strakkere maar minder typisch Turks getinte buikdans ten gevolge gehad. Meer "locks" (door de in de shows van de bekende zanger Ibrahim Tatlises bekend geworden danseres Didem), meer shimmies (door Asena, haar voorgangster in deze shows) en de eerder genoemde Russische danseressen die bijvoorbeeld meer hipdrops doen.
"Minder typisch Turks" is zonder meer subjectief gekleurd, maar ik bedoel hiermee het steeds minder zichtbaar zijn van relatief in snel tempo uitgevoerde dans, buitenlichamelijke energie, opwaartse heup- en bekkenbewegingen, veel draaien, het aannemen van snel afgewisselde poses, veel gebruik van armen, hoofdbeweginkjes, grondwerk, het gebruik van zills en de eerder genoemde zigeunerinvloeden. Daar komt bij dat nu vaker gebruik wordt gemaakt van Arabische popmuziek.
Eerder genoemde danseressen Nesrin Topkapi en Tülay Karaca onderstreepten mondeling het verloren gaan van deze "Turkse" invloeden.

Dat buikdans op zich in Turkije bezig lijkt met een opleving is positief te noemen. Maar persoonlijk zou ik het zonde vinden als de Turkse traditie in de buikdans verloren zou gaan en er steeds meer sprake zal gaan worden van een Westerse vorm van buikdans wat een vervlakking in repertoire zou betekenen. De kenmerkende openheid en het gemak waarmee buitenlandse (dans)invloeden opgenomen worden zou dan in het ergste geval wel eens het einde van deze traditie kunnen betekenen.


Peter Verzijl
Bronnen:
* Metin And: A pictorial story of Turkish dancing, from folkdancing to whirling derwishes, belly dance to ballet (1976)
* Kemal Özdemir: Oriental belly Dance (2000)
* Eva Cernik: Burcin Orhon; innovative twist on Turkish Oryantal. Uit: Habibi Vol.14, nr.4 (1995)
* Eva Cernik: Sema Yildiz, Istanbuls dancing star. Uit: Habibi Vol. 17, nr.2 (1998)
* Mondelinge informatie Nesrin Topkapi en Tülay Karaca
* Eigen waarnemingen

Dit artikel verscheen eerder in 2000 in de brochure "Turkse buikdans, geschiedenis en ontwikkeling van de dans en de muziek (uitgegeven door Belly Dance Saray te Den Haag) en is in december 2009 herzien

Contact:

Peter Verzijl
Zevenwouden 39
3524 CL Utrecht
T.0031-030-2436007
peterverzijl@planet.nl